Een schaafwond kan pijnlijk zijn, maar dat is niet het enige probleem: een schaafwond kan ook geïnfecteerd raken. Schaafwonden verzorgen is om die reden belangrijk. Maar hoe verzorg je een schaafwond? Daar gaan wij in deze blog op in. De verzorging van een oppervlakkige schaafwond is anders dan die van een diepe.
De eerste stap bij schaafwonden verzorgen: goed spoelen met water
Schaafwonden verzorgen begint met goed spoelen met schoon (drink)water. Bij een schaafwond kan er vuil in de wond terecht zijn gekomen. Het is belangrijk dat dit vuil er helemaal uit wordt gespoeld. Vuil dat achterblijft, kan namelijk een infectie gaan vormen. Zeker wanneer er sprake is van een diepe of grote schaafwond, is niet altijd al het vuil direct te zien. Spoel dan ook overvloedig uit.
Is er geen water beschikbaar of heb je te maken met een ernstig vervuilde wond, dan kun je ook wondontsmettingsmiddel gebruiken. Zorg er echter voor dat je ook met dit middel spoelt en niet dept. Wanneer je bijvoorbeeld dept met een watje, kunnen er restjes hiervan achterblijven.
Droog de schaafwond goed af
De volgende stap bij schaafwonden verzorgen: de schaafwond goed afdrogen. Doe dit voorzichtig met een schone, niet pluizende doek.
Afdekken of niet?
Schaafwonden verzorgen is bij relatief kleine en oppervlakkige wonden vaak eenvoudig. Heb je de bovenstaande stappen gevolgd, dan is het verzorgen van de schaafwond nu in principe klaar. Je kunt de wond in de lucht laten drogen. Er zal zich vanzelf een korst vormen en de wond zal genezen.
Gaat het om een grote en/of diepe schaafwond, dan kun je deze afdekken. Gebruik hiervoor een niet-verklevend steriel verband.
Wat moet je niet doen?
Omdat schaafwonden pijnlijk kunnen zijn, kun je het gevoel hebben dat je deze verder moet verzorgen. Veel mensen voelen de behoefte om de wond in te smeren met zalf. Doe dit niet, tenzij de huisarts anders adviseert. Veel middelen kunnen de kans op infectie namelijk vergroten. Gebruik ook geen pleisters op een grotere of natte schaafwond. Deze kunnen gaan verkleven, wat zorgt voor pijn en vertraging van het genezingsproces.